maandag 9 maart 2015

Reizen zonder John



Samenvatting:

Op 23 september 1960 begon John Steinbeck aan een reis per auto door de Verenigde Staten: vanuit zijn woonplaats Sag Harbor, enkele kilometers ten noordoosten van New York City, zou hij eerst in het noorden New England aandoen, vervolgens zich westwaarts begeven om via Niagara Falls, Detroit, Chicago, ‘the Great Plains’ en Montana de westkust te bereiken. Vanuit Seattle zou hij dan door Oregon naar California rijden om daar oostwaarts en huiswaarts te keren via Austin, Houston en New Orleans. Steinbeck reisde met zijn hond, een poedel, en noemde het reisverslag naar zijn metgezel: Travels with Charley.

Was zijn literaire carrière eind jaren vijftig in een impasse geraakt, dan slaagde hij erin met het reisverslag zijn faam als groot schrijver opnieuw glans te geven: zijn reportage met de eraan gekoppelde reflectie over de staat van Amerika, werd met veel belangstelling onthaald; in 1962 kreeg Steinbeck de Nobelprijs voor literatuur. Vijftig jaar later reist Geert Mak hem achterna; hij neemt geen hond mee, maar wel, zo vernemen we terloops, zijn vrouw.

Reizen zonder Charley zou dan ook een aanvaardbare, zij het van weinig inspiratie getuigende titel voor zijn reisjournaal geweest zijn. In de plaats daarvan krijgen we als titel Reizen zonder John, niet alleen inspiratieloos, maar ook flauw en amechtig. Overigens klopt die titel niet, want John Steinbeck is op nagenoeg elke bladzijde metonymisch aanwezig, omdat Mak voortdurend naar hem verwijst, niet alleen naar zijn reisverslag Travels with Charley, maar ook naar de brieven die hij tijdens zijn tocht aan zijn vrouw Elaine schreef, en naar de romans die hem wereldberoemd gemaakt hebben, The Grapes of Wrath en East of Eden. Daarenboven controleert Mak onophoudelijk de juistheid van Steinbecks verslag: altijd opnieuw vraagt hij zich af of Steinbeck inderdaad die avond een praatje gemaakt heeft met enkele plaatselijke nachtbrakers dan wel of hij het zogenaamde gesprek met cafégangers verzonnen heeft, of Steinbeck inderdaad die nacht buiten geslapen heeft dan wel of hij in het plaatselijk hotelletje overnacht heeft. Blijkt dat Steinbecks verslag niet altijd met de feiten strookt. Of dat ertoe doet, laten we in het midden; vast staat dat het ons geen enkel begrip over het hedendaagse Amerika bijbrengt.

De talrijke citaten uit de geschriften van Steinbeck vormen geen obstakel, ze illustreren enkel hoe Mak te werk gaat. Mak kan nauwelijks een observator genoemd worden: in de plaatsen die hij aandoet, vertelt hij niet over wat hij waarneemt of meemaakt, maar hij herhaalt wat hij met betrekking tot die plaatsen bij Steinbeck en vele anderen gelezen heeft. Bij zijn bezoek aan Deerfield, één van de oudste nederzettingen waar de Pilgrim Fathers neergestreken zijn, verhaalt hij over het pionierende bestaan van de eerste kolonisten: hoe de Europeanen samenleefden met de autochtone bevolking, voornamelijk Irokezen, die hen niet als indringers en veroveraars behandelden maar als een nieuwe stam die een plaats zocht in ‘Native North America’, wat de Europeanen van de locale tuinbouwcultuur leerden (en vooral niet leerden), dat de Europeanen de ingewikkelde taal van de zogenaamde indianen (Mak schuwt dit woord niet) nooit hebben hoeven leren, omdat ze vanaf het eerste moment bij hen in het Engels terecht konden, hoe de inheemse bevolking geëlimineerd werd door uitheemse ziektes, zoals de pokken, en hoe het samenleven stilaan ontwricht geraakt is.

Mak vertelt graag de sage van de teloorgang der indianen: als hij Little Bighorn in Montana bezoekt, gaat hij niet alleen in op de historische veldslag waarbij duizenden indianen onder leiding van het legendarische opperhoofd Sitting Bull korte metten maakten met het zevende cavalerieregiment onder leiding van de populaire generaal George Custer, maar hij vertelt ook uitgebreid over hoe de presidenten in de eerste helft van de negentiende eeuw systematisch de ‘native Americans’ hebben bedrogen en verraden.

Hetzelfde scenario herhaalt zich bij het passeren van Detroit: Mak schrijft vaak verhelderende dingen over hoe deze stad in de loop van de twintigste eeuw uitgegroeid is tot de autostad van de wereld – ‘Motown’ met meer dan tweehonderd fabrieken voor auto’s, motoren en onderdelen – en welke rol de zwarten in die ontwikkeling gespeeld hebben. Alleen, hij besteedt daarbij meer bladzijden aan Henry Ford dan aan het Detroit van het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw, nu de bevolking meer dan gehalveerd is en de stad in leegstand en krakerspanden wegzinkt.

De tocht eindigt in New Orleans, waar – zoals kan worden verwacht – het verhaal van tropische orkaan Katrina nog eens wordt overgedaan: hoe de regering en het leger nadat de dijken doorgebroken waren, geen sikkepit gaven om de mensenlevens in gevaar.

Nogmaals: Mak weet de interesse van de lezer te wekken, niet door eigen ervaringen op te dissen, maar door gezagsvolle bronnen te citeren. Het obligate Over de democratie in Amerika van Alexis de Tocqueville ontbreekt uiteraard niet op het appel. Verder put Mak uit Francis Fukuyama, John Lewis Gaddis, John Galbraith, Timothy Garton Ash, Tony Judt, Sinclair Lewis, Simon Schama, Howard Zinn en vele, vele anderen. Met hen constateert hij dat de traditionele ‘American way of life’, die wereldwijd miljoenen mensen bekoord heeft, als een zeepbel uiteengespat is: het machtige gevoel dat het leven niet door het noodlot maar door jezelf bepaald wordt, heeft decennia lang stand gehouden, maar ligt nu aan diggelen. Misschien is dat gevoel wel (zelf)destructief, want de droom dat je kunt opklimmen ‘from rags to riches’ ondersteunt en stimuleert het eigen zelfbeeld, maar levert weinig of niets op voor het collectief; sterker geformuleerd: uiteindelijk brengt die droom schade toe aan de handhaving van zo iets als een gemeenschap of samenleving. Wie dit doordenkt, begrijpt dat zwaarlijvigheid in de VS een maatschappelijk probleem geworden is.

Niet zonder ironie signaleert Mak dat Tocqueville al in de jaren dertig van de negentiende eeuw zijn verbazing uitsprak over de enorme hoeveelheden voedsel die de Amerikanen ‘op een of andere manier in hun keel weten te proppen’. De obesitas-epidemie heeft niet alleen met de slechte kwaliteit van het voedsel te maken, noch met de aanmoediging om de godganse dag te schransen, maar vooral met de onuitroeibare gretigheid waarmee Amerikanen zich alles wat voor hun ogen komt toe-eigenen. Op gelijkaardige wijze vinden vele Amerikanen het vandaag moeilijk om te accepteren dat natuurlijke grondstoffen niet onbeperkt voorradig zijn, dat ze m.a.w. uitgeput kunnen raken, en dat het daarom verkieslijk is om niet met een petroleum slurpende Cadillac te rijden.

Tegelijk weet Mak dat de VS niets meer illustreren dan het wereldwijde failliet van de politiek. Welke politicus verkondigt nog een geloof, tenzij de ideologie dat men te allen prijze moet winnen? Holle slogans als ‘we gaan ervoor’ trekken blijkbaar massa’s mensen aan die zich vooral niet willen afvragen ‘waar we nu precies voor gaan’. Meer dan ooit leven we in een schijnwereld: politici scheppen illusies die ze feiten noemen. Toch wordt de rekening ooit betaald, en uitgerekend dàt overkomt momenteel de VS.

De wereld waarin de VS gedurende zeventig jaar een uitzonderlijk dominante positie innamen, is niet meer. Het goede nieuws is dat we misschien evolueren naar een wereld waarin de machtsverhoudingen meer in evenwicht zullen zijn. Ook dit laatste inzicht ontleent Mak aan een boek: hij heeft wekenlang door de VS getoerd, maar hij heeft duidelijk meer geleerd uit lectuur dan uit zijn reiservaring.

Schrijver:

Geert Mak is op 4 December 1946 geboren in Vlaardingen. Hij heeft gestudeerd aan de universiteit van Amsterdam (staatsrecht en rechtssociologie en daarna werd hij docent aan de universiteit van Utrecht in staats- en vreemdelingenrecht. Daarna was hij redacteur bij de Groene Amsterdammer en vanaf de jaren negentig werd hij fulltime schrijver.

Schrijfstijl:

Het is meer een reisverslag dan een verhaal. Hij praat tussendoor ook over de reis van Steinbeck samen met zijn hond Charlie (titelverklaring voor het originele boek Travels with Charley: In search of America). Naast veel van de gedachten van Geert Mak en de reizen van John Steinbeck komt hij ook veel Amerikanen tegen met wie hij praat. Dit neemt hij mee in het boek om net zoals John een beter beeld van Amerika te kunnen krijgen.

Recensies:

-NCRV gids

Nou, ik heb het uit, Reizen zonder John. Meer dan 500 pagina’s. Kostte het moeite? Helemaal niet. Het fijne van reisboeken is dat je zo lekker mee kan liften. Lekker in je luie stoel laat je anderen stof happen, de weg kwijt raken, vieze ontbijtjes wegwerken en alles wat er maar komt kijken bij zo’n enorme onderneming als een reis door de VS. En als die afgelopen is en het boek uit, dan overvalt je hetzelfde gevoel als bij een echte: Jammer dat het is afgelopen en blij dat het voorbij is.
Zo’n reis is bij voorbaat te lang en te veel. Amerika is zo’n gigantisch continent in alle opzichten, dat ik al bewondering heb voor de poging om daar één geheel van te maken. Gelukkig had Geert Mak een leidraad, anders was hij er waarschijnlijk nooit aan begonnen. Travels with Charley, het beroemde boek van John Steinbeck over de reis die hij met zijn poedel maakte, uit 1960. (las ik nooit, moet ik bekennen, misschien alsnog.)
Niet dat Steinbeck erg sympathiek wordt afgeschilderd door Mak. Om te beginnen wordt duidelijk dat onze John uit de titel nogal wat verzonnen heeft. Hij moet in die oude bus enorm gejakkerd hebben en had amper tijd voor gesprekken. En af en toe liet hij zijn vrouw Elaine een paar dagen overkomen om met haar in een sjiek hotel te verblijven. Maar de mythe van de stoere eenling moest intact blijven, dus daar staat niets over in zijn ‘Travels’ .
We kennen Geert Mak van zijn boeken over Amsterdam, over Jorwerd, over Europa. Maar vanaf zijn jeugd was hij gefascineerd door Amerika: ‘Wij kopen van ons zakgeld platte pakjes kauwgom, mooi ingepakt, met een los plaatje van een filmster - die sparen we - , en alles ruikt vreemd en rozig: Amerika!’ Voor hem was Amerika een droomland.
Hij begint in Steinbecks woonplaats Sag Harbor, en reist via Detroit, Chicago, helemaal naar de westkust, dan naar het zuiden en via de woestijn en Texas naar New Orleans. Hij doorkruist alle soorten landschappen en af en toe spreekt hij met mensen die hij ontmoet. Dat geeft hem de gelegenheid om vooral veel geschiedenis te vertellen. Mak heeft in sommige recensies het verwijt gekregen dat hij in dit boek de journalist heeft laten ondersneeuwen door de historicus. Dat hij te veel in de ‘aangenaam gekoelde’ jeep is blijven zitten.
Steinbecks boek ging vooral over Steinbeck zelf, over zijn worsteling met de eenzaamheid, met zijn krakkemikkige lijf, de naderende ouderdom. Hij wilde nog één keer iets stoers doen (‘I’m still a man. Damn it!’) en over het Amerika dat zo veranderd was dat hij het soms niet meer herkende .. Waar Mak persoonlijk mee worstelt, daar kom je niet achter. Mak is Steinbeck niet. Maar dat vind ik helemaal geen bezwaar! Hij is een geweldige geschiedenisleraar, die me zoveel duidelijk gemaakt heeft over Amerika, dat ik nu veel beter snap waarom ik zo’n hekel aan heb aan die energieslurpende, luidruchtige Amerikanen die zich altijd zo op de borst slaan. Daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor.

-Volkskrant

Zoals voor velen van zijn generatie, opgegroeid in de jaren vijftig en zestig, heeft Amerika voor Mak lange tijd twee gezichten gehad. Het afstotelijke gezicht van een land dat zich schuldig maakte aan rassendiscriminatie en imperialistische bedilzucht. Maar ook het verleidelijke gezicht van een land dat meer levensplezier uitstraalde dan Europa, een land met flair en vernieuwingsdrang. Voor Mak kwam er nog iets bij. Amerika was ook het vaderland van een schrijver die hem aansprak vanwege zijn documentaire inslag en die hem mede inspireerde tot zijn zwerftochten door Europa: John Steinbeck, auteur van vermaarde werken als The Winter of Our Discontent, The Grapes of Wrath en Cannery Row.

Om zijn eigen land beter te begrijpen - en om zichzelf te bewijzen dat hij op 58-jarige leeftijd nog mans genoeg was voor zo'n onderneming - maakte Steinbeck in 1960 een reis van ongeveer drie maanden dwars door Amerika: vanuit zijn woonplaats Sag Harbor op Long Island langs het noorden naar het westen en via een zuidelijke route weer oostwaarts.

Bewondering
Twee jaar geleden deed zich voor Geert Mak de kans voor om zijn fascinatie met Amerika en de bewondering voor Steinbeck aan elkaar te knopen. Mak besloot in Steinbecks voetspoor te treden en ongeveer dezelfde reis te maken, zodat hij zijn indrukken van het huidige Amerika kon vergelijken met de reiservaringen die Steinbeck een halve eeuw eerder had opgedaan. Grootste verschil tussen beide projecten: Steinbeck reisde met zijn hond Charley - vandaar de titel: Travels with Charley - terwijl Mak vergezeld werd door zijn vrouw.

Steinbecks tocht vijftig jaar later nog eens overdoen - het is een lumineus idee, dat in Maks eigen woorden 'als een gebraden duif' zijn mond is komen binnenvliegen. Maar niet alleen zíjn mond. Al snel komt hij erachter dat een paar Amerikaanse journalisten dezelfde ingeving hebben gekregen en eveneens het spoor van Steinbeck volgen, eentje zelfs voor een website die zich richt op hondenbezitters.

Mak doet nog een ontnuchterende ontdekking: Steinbecks reisverslag klopt op verscheidene punten niet. Hij beschrijft ontmoetingen en situaties die zich in werkelijkheid niet hebben voorgedaan. Hij doet het voorkomen alsof hij moet opboksen tegen het ongerief en de eenzaamheid, terwijl hij in werkelijkheid meermalen met zijn vrouw in comfortabele hotels verbleef.

Het maakt niet zo veel uit. Steinbecks observaties blijven zeer nuttig materiaal, waaraan Mak zijn eigen indrukken kan toetsen en waarmee hij aan zijn relaas historische diepte kan verlenen. En historische diepte is als het ware Maks handelsmerk.

Reizen zonder John is niet alleen een tocht door de VS, het boek is ook en vooral een reis door de Amerikaanse geschiedenis. Een rijk geschakeerde reis, soms wel eens iets te rijk - bij tijd en wijle wordt de reiziger Mak geheel overvleugeld door de geschiedenisleraar Mak, waardoor hij te veel uitweidt en zijn relaas aan spanning inboet. Dan zou je hem als lezer willen toeroepen: en nu weer op pad!

Kaalgeslagen steden
Waar Steinbeck zich een halve eeuw geleden vooral zorgen maakte over de vervlakking van Amerika, treft Mak een grootmacht in verval aan. Hij rijdt over slecht onderhouden wegen, ziet kaalgeslagen binnensteden en ontvolkte plattelandsgemeenten, praat met Amerikanen die nog slechts met grote moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen en die vrezen voor de toekomst. In zijn ogen is Main Street USA nog slechts een lauw aftreksel van het warme bad dat het ooit was (of pretendeerde te zijn).

Dat is zeker waar, maar het is ook wel een beetje een nostalgische waarheid. Het hart van Amerika klopt al lang niet meer in Main Street, al klampen ook veel Amerikanen zich vast aan die illusie. De trek naar de suburbs is in de jaren vijftig en zestig ingezet en heeft het karakter van tal van steden veranderd. Er is ook al geruime tijd sprake van een economische en demografische verschuiving richting het zuiden en zuidwesten van het land, een trend die delen van het noordoosten en middenwesten hebben veroordeeld tot de status van Rust Belt, met zijn wegkwijnende zware industrie.

Schrijfster Dorothy Parker omschreef Los Angeles ooit als '72 voorsteden op zoek naar een centrum'. Om de zoveel tijd wisselen buurten elkaar af als hotspot. Tot op zekere hoogte geldt dit ook voor Amerika als geheel. Steden en regio's floreren en vallen terug, om later misschien weer tot hernieuwde bloei te komen. Zo is er zelfs hoop voor het zwaar aangeslagen Detroit.

Om te zien of en hoe Amerikanen nieuwe wegen inslaan, is de reisroute van Steinbeck - die ervan overtuigd was dat het 'ware Amerika' op het platteland was te vinden - misschien niet de ideale richtingwijzer. En misschien moet je ook met een iets andere blik kijken dan Mak, die sterk wordt geboeid door vergane glorie.

Het neemt niet weg dat Reizen zonder John een monumentaal boek is met prachtige passages en een schat aan informatie. In de epiloog doet Mak de bekentenis dat Steinbeck 'niet altijd prettig reisgezelschap' was: nogal eens nukkig en onbetrouwbaar. Maar op zijn goede momenten was hij een fantastische waarnemer.

In dit boek heeft Mak minstens zoveel goede momenten als zijn illustere voorganger. En qua betrouwbaarheid wint hij het met gemak.

Eigen recensies:

Een prachtig boek dat je een voorstelling geeft van wat er te verwachten valt in Amerika met veel leuke flashbacks naar de verhalen van Steinbeck en de tijd waarin hij rondreed in zijn truck met zijn Franse poedel Charley. Erg mooi om te zien hoe iemand twee reizen en twee tijden in één boek kan samenbrengen. Heb erg genoten van de feiten die Geert Mak erbij heeft gehaald en hoe hij mijn grootte interesse voor geschiedenis nog groter heeft weten te maken. Een aanrader voor iedereen die een grote fantasie heeft omdat je dan zo mee kan reizen door Amerika.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten